De Bichonhonden kwamen al in de achttiende eeuw met handelsschepen naar Madagascar. Ze kwamen terecht in de stad Tulear en daar werd het ras gevormd en kreeg het zijn naam. De Coton de Tulear is een dwerghond en een typische gezelschapshond. Hij werd beschouwd als een hond voor de hogere stand en het was lang niet voor iedereen weggelegd om een of meer exemplaren van het ras in zijn bezit te hebben. Het ras is erg aardig, vriendelijk en aanhankelijk. Zijn vacht vergt een voortdurende verzorging om hem er zo katoenachtig uit te laten zien als zijn naam aangeeft. Hij komt weinig voor, maar geniet tegenwoordig een stijgende internationale belangstelling.
De vacht van de Coton is halflang tot lang. Wit van kleur, met mogelijk hier en daar een zweem van champagne kleur of lichtgrijs mn. aan de oren. Het behoeft weinig verzorging als we het hebben over trimwerk, wel moet hij regelmatig geborsteld worden. Vele noemen hem de clown onder de honden, een naam die hij zeker eer aan doet, zowel qua uiterlijk als qua karakter. De Coton heeft een vrolijk en open karaktertje. Is leergierig maar behoeft wel een consequente opvoeding. De Coton is ook waaks.
En wat misschien maar weinig mensen weten, is dat de Coton oorspronkelijk gebruikt werd als rattenvanger op schepen. Ze werden losgelaten in het ruim en moesten er voor zorgen dat de rattenpopulatie zich niet teveel uitbreidde, om de goederen en het voedsel in goede staat te houden en de ziektes te beperken. Het is ook op deze manier dat ze ooit op Madagascar terecht kwamen.